Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen aan Rebekka deze woorden van Ezau, haar grootsten zoon, geboodschapt werden, zo zond zij heen, en ontbood Jakob, haar kleinsten zoon, en zeide tot hem: [58]Zie, uw broeder Ezau troost zich over u, dat hij u doden zal. 58. Rebekka openbaart haar zoon wat zij verstaan had, aangaande het voornemen van Ezau, om hem tot de reis aan te sporen.